Onderwijs

Kernteams 

Op het Vakcollege Noordoostpolder en het Emelwerda College wordt in kernteams gewerkt. Een groep docenten is verantwoordelijk voor een beperkt aantal klassen. Een aantal voordelen: 

  • korte lijnen tussen docenten en leerlingen
  • rust en overzicht 
  • kleinschalige leeromgeving
  • onderwijskundige afstemming

De indeling van de kernteams is als volgt:

  • vmbo bb/kb - Vakcollege Noordoostpolder Techniek 
  • vmbo bb/kb - Vakcollege Noordoostpolder Zorg & Welzijn / Economie & Ondernemen
  • mavo (klassen 1 t/m 4)
  • onderbouw havo/vwo (klassen 1 en 2)
  • bovenbouw havo (klassen 3, 4 en 5)
  • bovenbouw vwo (klassen 3, 4, 5 en 6)

    Niet lesgebonden activiteiten

    Naast de vaklessen behoren ook andere activiteiten tot het onderwijsaanbod. Voorbeelden:

    • Bedrijfsbezoeken Vakcollege Noordoostpolder.
    • Gastlessen.
    • Stages.
    • Steunlessen voor vakken waar de leerlingen moeite mee hebben. Leerlingen kunnen hier zelf voor kiezen, maar ook de mentor of vakdocent kan een leerling hier naartoe sturen. In de onderbouw mavo/ havo/vwo zijn de leerlingen met een onvoldoende voor één van de vakken die in de steunlessen worden aangeboden verplicht deze lessen te volgen.
    • Projecten die vaak met meerdere vakken te maken hebben. De vaardigheden samenwerken en presenteren komen hier aan bod. Het aanbod van projecten zal steeds uitgebreider worden om te kunnen aansluiten bij de interesses van de leerlingen.
    • Buitenschoolse sportieve activiteiten als mountainbiken, schieten, zwemmen, etc.
    • Coach/mentoruur, waar de coach/mentor met de klas zaken bespreken kan.

    Onderwijs op maat

    Om tegemoet te komen aan de specifieke verschillen tussen leerlingen zorgen we voor maatwerk op verschillende gebieden. Op de website vindt u daarover meer informatie. Hieronder volgt een aantal voorbeelden:

    Zorgleerlingen
    Het Vakcollege Noordoostpolder en het Emelwerda College hebben coördinator en leerlingondersteuning die in overleg met de ouders trajecten kunnen uitzetten voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Op deze manier kunnen deze leerlingen via maatwerk het lesprogramma volgen. Een aantal voorbeelden: dyslexie, faalangst, examenvrees. We zorgen voor een goede voorlichting aan de docenten die lesgeven aan een autistische leerling en samen met de ambulant begeleider wordt regelmatig met de leerling en de ouders gesproken over de voortgang. Waar nodig wordt voor een aanpassing in het onderwijsprogramma gezorgd.

    Muzikale talenten
    Deze leerlingen steken vaak veel tijd in de ontplooiing van hun muzikale talenten en volgen soms een vooropleiding voor het conservatorium. Afdelingsleiders bespreken de organisatie hiervan met de ouders en de leerlingen.

    Sporttalenten
    Het is voor ons een vanzelfsprekendheid dat voor leerlingen met kwaliteiten op sportgebied extra voorzieningen worden getroffen. Ook trainingsstages worden in het onderwijsprogramma ingepast.

    Plusklas voor groep 8
    Het Emelwerda College heeft een plusklas voor meer- en hoogbegaafde kinderen uit groep 8. Op de woensdagochtend komt er een groep van 12 meer- en hoogbegaafde kinderen van verschillende basisscholen naar het Emelwerda College om verrijkingslessen te volgen. Deze lessen worden verzorgd door een specialist in hoogbegaafdheid en door verschillende vakdocenten.

    Pluslessen voor hoogbegaafde leerlingen 
    Hoogbegaafde leerlingen krijgen extra ontplooiingsmogelijkheden aangeboden. In zowel onder- als bovenbouw bestaat de mogelijkheid voor meer- en hoogbegaafde leerlingen om enkele lessen per week te werken aan een zelfgekozen project, in plaats van de reguliere lessen, onder begeleiding van een specialist in hoogbegaafdheid. In de bovenbouw is het ook mogelijk extra vakken of modules waaronder Spaans, te volgen.

    Extra vakken
    In het reguliere rooster volgen leerlingen 31 lesuren waarin alle algemeen vormende vakken gevolgd worden. Daarnaast kunnen leerlingen ervoor kiezen om twee extra vakken te volgen.

    Leerlingen mavo/havo volgen allemaal gedurende alle 4 jaren Bèta Challenge en kunnen daarnaast als keuzevak Cambridge Engels kiezen. Leerlingen havo/vwo kunnen als keuzevak Technasium (Onderzoek & Ontwerpen) of Cambridge Engels volgen. Beide vakken leiden tot een aanvulling op het diploma en dragen bij aan het succes tijdens vervolgstudies. Leerlingen die Technasium kiezen volgen dit vier uur per week. Wanneer leerlingen voor Cambridge Engels kiezen, volgen zij zowel de reguliere lessen Engels (drie uur per week) als twee extra uren volgens de Cambridge-methodiek.

    Keuze-Werk-Tijd
    Naast de reguliere lessen kunnen leerlingen keuzes maken in de Keuze-Werk-Tijd (KWT). Dit zijn twee lesuren die op een middag ingeroosterd worden waarop leerlingen kunnen kiezen voor verdieping, verbreding of ondersteuning. Leerlingen kunnen kiezen uit:

    1. Sportoriëntatie (mavo/havo/vwo)
    2. Cultuuroriëntatie (mavo/havo/vwo)
    3. Gymnasiumoriëntatie (vwo) bij voldoende aanmeldingen, twee van de vier onderwijsperiodes
    4. Ondersteuning (mavo/havo/vwo) b.v. huiswerkklas, tutor-leren

    De keuze die gemaakt wordt is tot op zekere hoogte flexibel. Wanneer de onderwijsresultaten daartoe aanleiding geven kan een keuze voor bijvoorbeeld sportoriëntatie (tijdelijk) omgezet worden naar extra ondersteuning. Ook voor de KWT geldt dat een keuze niet verplicht is.

    Opleidingen

    vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen -> Vakcollege Noordoostpolder
    vmbo gemengde en theoretische leerweg -> Emelwerda College
    mavo, havo, vwo -> Emelwerda College 

    Brugklassen

    Bij de plaatsing in de brugklas speelt het advies van de basisschool en het leerlingvolgsysteem een belangrijke rol. De naast elkaar liggende niveaus sluiten goed op elkaar aan, waardoor de leerlingen gemakkelijk van niveau kunnen veranderen. Om de overstap vanuit het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs soepel te laten verlopen is een wenperiode ingesteld. Deze kan per brugklasniveau verschillen.

    Sportoriëntatie

    Sportoriëntatie is er voor leerlingen die een brede belangstelling voor sport hebben en het leuk vinden om zelf aan sport te doen. Sportoriëntatie is er voor leerlingen met het niveau mavo, havo en vwo. Je hebt één middag in de week sportoriëntatie. Tijdens de sportoriëntatie doe je allerlei sporten die je tijdens de reguliere gymuren niet krijgt. We werken dan met onderdelen uit de ‘blokken’: Sport en Bewegen (kanoën, schermen, handboogschieten, kickboksen, 
    weerbaarheidstraining enz.), Sporten met een beperking (goalbal, rolstoelbasketbal, balansruiters), Sport en Gezondheid (ehbo, voeding) en Bewegen en Regelen (organiseren, leiding geven). Kortom, uitdagingen en activiteiten genoeg!

    Gedurende het eerste en tweede jaar kan een leerling dus kiezen om deel te nemen aan  sportoriëntatie. Daarna kan in de 3e en 4e klas van de mavo en in de 4e en 5e klas van de havo gekozen worden voor respectievelijk LO2 en BSM. Dit betekent dat de leerling naast de reguliere lo-lessen lo als examenvak kiest.

    Internationalisering

    Dankzij de toegenomen mobiliteit en de huidige communicatiemiddelen ontwikkelen wij ons steeds meer van dorps- of stadsbewoner naar wereldburger. Op het Emelwerda College wordt, zowel in theorie als in praktijk, ruime aandacht aan internationalisering besteed. In lessen en projecten komen veelvuldig andere landen, volken en culturen aan de orde. Zij leveren zo actief een bijdrage aan de verbetering ervan.

    Het is belangrijk dat leerlingen zich, ook internationaal, oriënteren op de arbeidsmarkt en de mogelijkheden buiten Nederland. Voor internationalisering zijn we afhankelijk van subsidie binnen de Erasmus+- projecten van het Europees Platform. We vragen elk jaar deze subsidie aan en passen ons aanbod hierop aan.

    Vakcollege Noordoostpolder (vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen) 

    Het Vakcollege Noordoostpolder valt onder de Stichting voor Voortgezet Onderwijs op Protestants Christelijke Grondslag voor de Noordoostpolder en omgeving (het Emelwerda College). Binnen het Vakcollege Noordoostpolder is zowel het openbaar als het christelijk onderwijs herkenbaar. Dit maakt het Vakcollege uniek.

    Iedereen is welkom. We zijn een school waar je je thuis voelt, ongeacht geloof, afkomst, of
    wat dan ook. Belangrijk is het onderkennen van de gezamenlijke waarden.

    Informatie over het Vakcollege is te vinden op de website www.vakcollegenoordoostpolder.nl

    Kenmerken

    • Het Vakcollege Noordoostpolder biedt leerlingen met praktisch talent een opleiding die bij hun leerstijl past. Leerlingen leren door doen, zijn zelf actief bezig.
    • Maar liefst 10 lesuren praktijk per week vanaf de brugklas.
    • Een kleine school in een modern gebouw.
    • Persoonlijke aandacht en begeleiding.
    • Eigentijds onderwijs waarbij ICT als belangrijk middel wordt ingezet om leerlingen goed voor te bereiden op de digitale maatschappij.
    • De opleiding kent een doorlopende leerlijn van het vmbo naar het mbo. Hierdoor is minder overlap van lesstof en kunnen leerlingen op een hoger niveau een diploma halen in het mbo.
    • Er is een intensieve samenwerking tussen het Vakcollege Noordoostpolder en het ROC Firda Emmeloord. Leerlingen kunnen zich specialiseren, verdiepen en verbreden.
    • Het onderwijs sluit goed aan op het vernieuwde examenprogramma binnen het vmbo dat gebaseerd is op de beroepswerkelijkheid.
    • Er wordt samengewerkt met de (regionale) arbeidsmarkt. Leerlingen gaan op bedrijfsexcursies en lopen stage. De bedrijven verzorgen gastlessen op de school.
    • Uitstekende mogelijkheden om na het Vakcollege Noordoostpolder en een mbo-opleiding als vakman of vakvrouw aan de slag te kunnen in een goede baan.

    Missie

    Het Vakcollege Noordoostpolder biedt leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo arbeidsmarktrelevante, praktijkgerichte en doorlopende leerroutes, die leiden naar een vakdiploma en een baan. Om aan deze opdracht te voldoen is het van belang dat de loopbaan van de leerling centraal staat. Het bieden van maatwerk is belangrijk om aan te kunnen sluiten op de onderwijsbehoeften en -wensen van leerlingen.

    Om succes te bereiken is het voor leerlingen belangrijk dat ze zich gekend en gezien weten. ‘De loopbaan van de leerling is het uitgangspunt voor het Vakcollege Noordoostpolder.’

    Visie

    'We zien je'
    We stimuleren leerlingen om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. We bieden onderwijs waarbij we rekening houden met verschillen. De leerling wordt bij ons gezien, hij/zij doet ertoe, hij/zij mag zijn wie hij/zij is. We kennen de leerlingen en begeleiden ze in hun persoonlijke en sociale ontwikkeling. De leerlingen hebben een actieve rol in de lessen door zelf sturing te geven aan hun eigen loopbaanontwikkeling en medeverantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces.

    Onderwijs: Maatwerk en eigentijds

    'We zien je'
    We stimuleren leerlingen om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. We bieden onderwijs waarbij we rekening houden met verschillen. De leerling wordt bij ons gezien, hij/zij doet ertoe, hij/zij mag zijn wie hij/zij is. We kennen de leerlingen en begeleiden ze in hun persoonlijke en sociale ontwikkeling. De leerlingen hebben een actieve rol in de lessen door zelf sturing te geven aan hun eigen loopbaanontwikkeling en medeverantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces.

    Onderwijs: Verschillende profielen

    In klas 1 oriënteren de leerlingen zich op de profielen die het Vakcollege Noordoostpolder aanbiedt: Techniek (BWI en PIE), Zorg & Welzijn en Economie & Ondernemen. Vanaf het tweede leerjaar kiezen de leerlingen één profiel en gaan ze zich verder specialiseren. Voor de beroepsgerichte leerwegen bieden we in klas 3 en 4 vier profielen waaruit de leerlingen een keuze kunnen maken:

    1. BWI (Bouwen, Wonen en Interieur)
    2. PIE (Produceren, Installeren en Energie)
    3. Z&W (Zorg & Welzijn)
    4. E&O (Economie & Ondernemen)

    PROFIEL BOUWEN, WONEN EN INTERIEUR (BWI )

    Bouwen, Wonen en Interieur is een veelzijdige bedrijfstak. Waar anders kun je zo gevarieerd de richting kiezen waarin je gaat werken. Infra (wegen en landschappen), metselen, meubel maken, bouwen van winkelinterieurs of mooie stands op een beurs, schilderen of afwerken, timmeren, houtbewerking met machines of in een creatieve hoek met interieuradvies, ontwerpen in 2D en 3D CAD of sign (belettering) zijn enkele voorbeelden. Maar ook je werkplek is veelzijdig. Wat denk je bijvoorbeeld van werken op kantoor waar je de planning maakt of ontwerpt, in een hal met computergestuurde machines, op de bouwplaats een gebouw neerzetten of een verbouwing bij mensen thuis. Je kunt werken bij een groot of klein bedrijf of als zelfstandig ondernemer. Met Bouwen, Wonen en Interieur kun je werken op de bouw en een gebouw neerzetten waar je trots op mag zijn. Maar allang is Bouwen, Wonen en Interieur niet alleen de bouwplaats of alleen werken met je handen. Dat heb je hierboven wel kunnen lezen. Het profiel BWI is een technische beroepsopleiding binnen de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg voor jongeren die kiezen voor een loopbaan in de techniek. Het is ons alles waard dat jongens en meisjes met interesse in techniek doelgericht worden opgeleid, een vak leren, hun diploma’s halen en doorstromen naar een baan in de techniek. Leerlingen in het eerste leerjaar maken in de uren Vakcollege kennis met Techniek en Zorg & Welzijn en Economie & Ondernemen. Vanaf klas 2 kunnen de leerlingen kiezen voor het profiel Techniek (BWI en PIE) en krijgen ze 10 uur praktijk per week. Na leerjaar 2 kunnen leerlingen kiezen uit twee technische profielen: bouwen, wonen en interieur (BWI) en produceren, installeren en energie (PIE). Omdat leerlingen bij ons al heel veel vakkennis en vakvaardigheden hebben opgedaan, beginnen ze met een voorsprong in het mbo. De voorsprong kan gebruikt worden om op het mbo een hoger niveau te kunnen halen waardoor de kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk worden vergroot.

    PROFIEL PRODUCEREN, INSTALLEREN EN ENERGIE (PIE)

    Het profiel PIE is een technische beroepsopleiding binnen de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg voor jongeren die kiezen voor een loopbaan in de techniek. Het is ons alles waard dat jongens en meisjes met interesse in techniek doelgericht worden opgeleid, een vak leren, hun diploma’s halen en doorstromen naar een baan in de techniek. Leerlingen in het eerste leerjaar maken in de uren Vakcollege kennis met Techniek en Zorg & Welzijn en Economie & Ondernemen. Vanaf klas 2 kunnen de leerlingen kiezen voor het profiel Techniek (BWI en PIE) en krijgen ze 10 uur praktijk per week. Na leerjaar 2 kunnen leerlingen kiezen uit twee technische profielen: bouwen, wonen en interieur (BWI) en produceren, installeren en energie (PIE). Omdat leerlingen bij ons al heel veel vakkennis en vakvaardigheden hebben opgedaan, beginnen ze met een voorsprong in het mbo. De voorsprong kan gebruikt worden om op het mbo een hoger niveau te kunnen halen waardoor de kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk worden vergroot.

    PROFIEL ZORG & WELZIJN (Z&W)

    Eten, drinken, slapen, wassen, boodschappen doen en sporten. De dagelijkse bezigheden van een mens. Bij de meeste volwassenen gaat dit allemaal vanzelf, maar kleine kinderen kunnen nog niet alles alleen. Of oudere, gehandicapte en zieke mensen, die hebben ook een helpende hand nodig. Daarom zorgt een ‘verzorgende’ dat er bijvoorbeeld eten op tafel staat of dat er schone kleren in de kast liggen. Om die zorg goed te laten verlopen, moet er georganiseerd worden. Een huishouden runnen en voor de mensen in je omgeving zorgen, gaat namelijk niet vanzelf. De technologische ontwikkelingen in de zorg krijgen volop aandacht bij ons op school. Leerlingen met talent om met mensen te werken en mensen te helpen. Leerlingen die het leuk om mensen te verzorgen of te ondersteunen. Voor die leerlingen is er het profiel Zorg & Welzijn. Binnen het profiel Zorg & Welzijn gaan leerlingen zelf aan de slag. Omgaan met mensen, verzorgende handelingen uitvoeren, activiteiten organiseren en diensten verlenen horen bij het profiel Zorg & Welzijn. Leerlingen leren heel veel door te doen en als ze straks gaan werken hebben ze een echt vak geleerd! Ze zijn de vakmannen/vrouwen waar een instelling of bedrijf op zit te wachten. Bij Zorg & Welzijn bereiden we leerlingen zo goed mogelijk voor op de beroepenvelden waar ze later kunnen gaan werken.

    Leerlingen in het eerste leerjaar maken in de uren Vakcollege kennis met Techniek en Zorg & Welzijn en Economie & Ondernemen. Vanaf klas 2 kunnen de leerlingen kiezen voor het profiel Zorg & Welzijn. Met 10 uren in de week wordt vanuit activiteiten gewerkt aan kennis, vaardigheden en beroepshouding. Door middel van projecten/kleinschalige stages, gastlessen, bedrijfsbezoeken doen de leerlingen ervaringen op in het beroepenveld. In het derde leerjaar gaan de leerlingen praktijkervaring (stage) opdoen in hun keuzevak. Omdat leerlingen bij ons al heel veel vakkennis en vakvaardigheden hebben opgedaan, beginnen ze met een voorsprong in het mbo. De voorsprong kan gebruikt worden om op het mbo een hoger niveau te kunnen halen waardoor de kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk worden vergroot.

    PROFIEL ECONOMIE & ONDERNEMEN (E&O)

    Op kantoor, in de winkel, achter je bureau en achter de computer. Het personeel dat daar werkt, vindt het leuk om met en voor mensen te werken. De komende jaren zijn er steeds meer personen nodig in allerlei mensgerichte beroepen. Getalenteerde en goed opgeleide personen voor beroepen in economie en dienstverlening. Voor wie nu al weet dat hij of zij later het liefst in de economische sector wil werken, is er het profiel Economie & Ondernemen. Een praktische beroepsopleiding voor jongeren die toppers in hun vak willen worden en zich goed willen voorbereiden op een mooie carrière. Voor jongeren die van mensen later hun werk willen maken. Ook wanneer een leerling later zijn eigen winkel of bedrijf wil beginnen is het profiel Economie & Ondernemen een prima start! In deze afdeling wordt de basis gelegd voor de doorlopende leerlijn naar het mbo. De technologische ontwikkelingen in de vakrichting krijgen volop aandacht bij ons op school.

    Het profiel Economie & Ondernemen is een beroepsopleiding waarbij theorie in samenhang met de praktijk wordt aangeboden. Er wordt samengewerkt met werkgevers in het bedrijfsleven en dienstverlening in de regio. Deze instellingen en bedrijven bieden de leerlingen in het derde jaar stageplaatsen en werk/leerplaatsen. Ook helpen zij het profiel Economie & Ondernemen met het afstemmen van de opleidingen op de beroepspraktijk. Leerlingen in het eerste leerjaar maken in de uren Vakcollege kennis met Techniek en Zorg & Welzijn en Economie & Ondernemen. Vanaf klas 2 kunnen de leerlingen kiezen voor het profiel Economie & Ondernemen. Met 10 uren in de week wordt vanuit activiteiten gewerkt aan kennis, vaardigheden en beroepshouding. Omdat leerlingen bij ons al heel veel vakkennis en vakvaardigheden hebben opgedaan, beginnen ze met een voorsprong in het mbo. De voorsprong kan gebruikt worden om op het mbo een hoger niveau te kunnen halen waardoor de kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk worden vergroot.

    Stage

    In het Vakcollege Noordoostpolder is de stage een vast onderdeel van het programma. De leerlingen van de derde klassen oriënteren zich gedurende een periode op arbeid en beroep. Vooraf krijgt de leerling lessen over veiligheid en arbeid, het schrijven van sollicitatiebrieven en het voeren van gesprekken. Tijdens de stageweek zelf worden de leerlingen begeleid door een stagedocent van de school en een praktijkbegeleider van het bedrijf. In klas 4 gaan de leerlingen op stage om praktijkervaring op te doen in de beroepssector die zoveel mogelijk correspondeert met het profiel waar de leerling zijn lessen volgt. Per profiel kan de stage verschillend ingevuld worden. Met een opleiding op een Vakcollege Noordoostpolder hebben leerlingen een goede kans op een baan. Er is namelijk veel vraag naar goed en modern geschoolde vakmensen. Daarnaast wordt de kans op een baan vergroot doordat het Vakcollege Noordoostpolder het opleidingsaanbod afstemt op de vraag naar personeel vanuit de regio. Samenwerking met het MBO, bedrijven en instellingen is een belangrijk thema voor onze school.

    Ontdekken, ervaren en leren

    Gedurende de opleiding gaat de leerling op zoek naar antwoorden op de vragen:

    - Wie ben ik?
    - Waar ben ik goed in?
    - Wat vind ik leuk?
    - Kan ik wat ik graag wil?
    - Waar kan ik doen waar ik het beste in ben en leren
    - Waar ik goed in wil worden?
    - Hoe kan ik zorgen dat ik het beste uit mezelf haal?
    - Wie kan me helpen om te worden wie ik wil zijn?

    Aan de hand van LOB-lessen (Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding) krijgen de leerlingen inzicht in hun interesses, vaardigheden en competenties. In klas 1 oriënteren de leerlingen zich op de profielen: techniek (BWI en PIE), zorg & welzijn en economie. Leerlingen kiezen aan het eind van klas 1 een profiel en gaan zich daarin verder specialiseren. In een digitaal portfolio bewaart de leerling de antwoorden (bewijsstukken) op bovenstaande vragen. U kunt als ouder/verzorger meekijken in het digitale portfolio van uw kind. Tijdens de hele opleiding vult de leerling het digitale portfolio, waarna de leerling het kan meenemen naar het intakegesprek voor de vervolgopleiding of een sollicitatiegesprek.

    Leerlingbegeleiding: persoonlijk

    Op het Vakcollege Noordoostpolder hebben we veel aandacht voor het welbevinden en de persoonlijke ontwikkeling van uw kind. We besteden aandacht aan kennis en vaardigheden, maar hebben daarnaast ook oog voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij de begeleiding staat een aantal aspecten centraal:

    - regelmatige gesprekken met de leerling over zijn persoonlijke ontwikkeling, welbevinden en studievoortgang;
    - informatie- en spreekavonden voor ouders en leerlingen over onder andere (vervolg)opleiding, actuele thema’s en studievoortgang;
    - terugkoppeling naar de basisscholen over de ontwikkeling van de leerling;
    - leerlingbesprekingen door docenten gericht op het sociaal-emotioneel functioneren en studievoortgang;
    - doorlopende leerlijn naar het mbo.

    We bieden de leerlingen een veilig en goed schoolklimaat waarin zij zich optimaal kunnen ontplooien. De school heeft een eigen gebouw met een eigen ingang, plein, fietsenstalling en kantine. Dat is herkenbaar en prettig voor de sfeer.

    Leerlingbegeleiding: LWOO

    Op het Vakcollege Noordoostpolder hebben we veel aandacht voor het welbevinden en de persoonlijke ontwikkeling van uw kind. We besteden aandacht aan kennis en vaardigheden, maar hebben daarnaast ook oog voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij de begeleiding staat een aantal aspecten centraal:

    * regelmatige gesprekken met de leerling over zijn persoonlijke ontwikkeling, welbevinden en studievoortgang;
    * informatie- en spreekavonden voor ouders en leerlingen over onder andere (vervolg)opleiding, actuele thema’s en studievoortgang;
    * terugkoppeling naar de basisscholen over de ontwikkeling van de leerling;
    * leerlingbesprekingen door docenten gericht op het sociaal-emotioneel functioneren en studievoortgang;
    * doorlopende leerlijn naar het mbo.

    We bieden de leerlingen een veilig en goed schoolklimaat waarin zij zich optimaal kunnen ontplooien. De school heeft een eigen gebouw met een eigen ingang, plein, fietsenstalling en kantine. Dat is herkenbaar en prettig voor de sfeer.

    Schoolleiding

    Vakcollege Noordoostpolder (vmbo beroepsgerichte leerwegen)
    Espelerlaan 70, 8302 DC Emmeloord
    Postbus 1129, 8300 BC Emmeloord

    Tel: 0527-634588
    E-mail: info@vakcollegenoordoostpolder.nl
    Website: www.vakcollegenoordoostpolder.nl

    Bevoegd gezag
    Mw. M. Sijbom-Hassing, bestuurder, bestuurssecretariaat@emelwerda.nl

    Schoolleiding
    Mevrouw K. Dijk, k.dijk@vakcollegenoordoostpolder.nl
    Mevrouw A. Jansen, a.jansen@vakcollegenoordoostpolder.nl

    Mavo (vmbo-theoretische leerweg en vmbo-gemengde leerweg)

    Mavo Emelwerda College

    De ondernemende mavo. veilig en maximaal resultaat
    De mavo van het Emelwerda College is er speciaal voor leerlingen met een mavo (vmbo-tl) en een vmbo-t/havo-advies. Het is dé school in Emmeloord voor leerlingen die een mavo/havo-advies krijgen. Op onze mavo krijgen ze twee jaar de kans om te bewijzen dat ze kunnen doorstromen naar de havo. Vanaf de derde klas kunnen de leerlingen kiezen voor een doorstroom naar naar de havo. Dat onze doorlopende leerlijn mavo-havo een succes is, blijkt uit de goede resultaten die onze ex-mavo leerlingen op de havo halen.

    Veel structuur
    Mavo-leerlingen komen tot de beste resultaten als de school structuur biedt. Dat betekent dat de mavo van het Emelwerda College orde en discipline belangrijk vindt en dat we op een prettige, respectvolle manier met elkaar willen omgaan. Leerlingen hebben vaste schooltijden. Lesuitval wordt tot een minimum beperkt. De gegevens over absentie, cijfers etc. zijn via Magister voor ouders/verzorgers inzichtelijk. Zo weten ze precies hoe hun kind ervoor staat.

    Degelijk maar modern
    Wij willen dat onze leerlingen maximaal presteren. Daarom staan we voor degelijk onderwijs. Degelijk is echter niet gelijk aan ouderwets. De mavo werkt met moderne leerboeken en -methodes.

    Begeleid huiswerk maken
    Leerlingen krijgen bij de verschillende vakken huiswerk. Dit huiswerk bestaat uit maakwerk en leerwerk. Veelal is er bij elke les een moment waarin onder begeleiding het maakwerk gemaakt kan worden. Huiswerkvrij is de school niet. Leerwerk, de puntjes op de i zetten, leren voor een proefwerk zijn zaken die thuis moeten gebeuren.

    Steunles
    De mavo van het Emelwerda College biedt elke leerling extra steunlessen. Deze lessen staan op een vast moment in het rooster, daarnaast bieden de docenten ook begeleidingsmogelijkheden binnen en buiten de reguliere lessen.

    Extra mogelijkheden
    Extra mogelijkheden binnen onze mavo zijn de vakken: Technologie & Toepassing, Cambridge Engels en het vak LO-2 als examenvak. Dit laatste vak sluit prima aan op de sportklas en het is ook mogelijk dit vak als examenvak te kiezen.

    Bèta challenge

    Leerlingen van de mavo krijgen vier jaar lang het vak Technologie & Toepassing (T&T), waarmee zij deelnemen aan het Bèta Challenge Programma. Het Bèta Challenge Programma (BCP) is de brug tussen voortgezet onderwijs en de sector techniek. Het programma wordt in samenwerking met het mbo (middelbaar beroepsonderwijs) en bedrijven en/of maatschappelijke instellingen ontwikkeld en uitgevoerd. Binnen de mavo van het Emelwerda College is T&T onderdeel van het Praktijk Gerichte Programma (PGP). 

    Bèta Challenge is een programma voor mavo-leerlingen. Havo- en vwo-leerlingen van onze school kunnen kiezen voor het technasium. Voor basis- en kaderleerlingen is er het Vakcollege Techniek. 

    Verschillende leerwegen

    De mavo leidt leerlingen op voor opleidingen van niveau 4 in het middelbaar beroepsonderwijs. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat leerlingen, na het succesvol afsluiten van het eindexamen via de mavo kunnen doorstromen naar de havo. In het gemeenschappelijke deel zit het vak Technologie & Toepassing. De naam technologie is enigszins misleidend. Technologie & Toepassing is geen technisch vak, maar een vak dat uitgaat van een onderwijsconcept waarbij leerlingen op een realistische wijze leren bepaalde problemen op te lossen. Het vak biedt een brede loopbaanoriëntatie en is in leerjaar 3 en 4 gericht op de sectoren techniek, zorg & welzijn, economie en landbouw.

    Vakkenpakketten

    Mavo (theoretische leerweg)

    Gemeenschappelijk deel
     

    • Nederlands
    • Engels
    • wiskunde
    • technologie & toepassing
    • maatschappijleer in leerjaar 4
    • lichamelijke opvoeding
    • kunst & cultuur
    • culturele kunstzinnige vorming (ckv)
    • godsdienst

    Sectorvakken
    Techniek

    • Wiskunde
    • Natuurkunde

    Zorg & Welzijn

    • Biologie
    • En bij voorkeur een keuze uit: wiskunde, geschiedenis of aardrijkskunde 

    Economie

    • Economie
    • En bij voorkeur een tweede moderne vreemde taal

    Landbouw

    • Wiskunde
    • En keuze uit: biologie of natuurkunde

    Vrije deel
    Eén of twee algemene vakken. Het algemene vak kan zijn: Duits, wiskunde, natuurkunde, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis en/of economie. Iedere week worden er steunlessen aan de leerlingen gegeven. Leerlingen gaan tijdens dit lesuur naar een vak waar ze extra aandacht aan willen besteden.

    Voor het doorgaan van een plaatsing in een afdeling of een keuzevak, zijn minimaal tien leerlingen nodig die dat hebben gekozen. Voor het toch door laten gaan van bepaalde keuzes, kunnen er aangepaste oplossingen gezocht worden.

    Cambridge Engels

    Engels is een van de belangrijkste talen ter wereld. In het internationale bedrijfsleven wordt bijna uitsluitend Engels gesproken. Ook onze eigen samenleving krijgt een steeds internationaler karakter. In veel Nederlandse bedrijven wordt steeds meer Engels gesproken en ook in het vervolgonderwijs wordt erg veel gecommuniceerd in het Engels. Het is vaak te duur om Engelstalige studieboeken in het Nederlands te vertalen en men gebruikt dan het Engelse (of Amerikaanse) boek. Er bestaan in Nederland inmiddels 3 University Colleges (in Utrecht, Middelburg en Maastricht). Dat zijn Engelstalige afdelingen van reguliere Nederlandse universiteiten en ook de Hogeschool Windesheim is gestart met Engelstalig hbo-onderwijs.

    In de brugklas mavo, havo en vwo van het Emelwerda College is het mogelijk te kiezen voor Cambridge Engels. Je blijft tot en met het voorexamenjaar in deze klas. Het doel van de cursus is het halen van officiële certificaten (First Certificate in English voor mavo en havo en Certificate in Advanced English voor vwo) die je wereldwijd een voorsprong geven bij de toelating tot een Engelstalige opleiding (College, University etc.)

    Leerlingen kunnen deelnemen aan CAM, nadat er volgend op de aanmelding een intake heeft plaatsgevonden en er voldoende capaciteiten voor dit vak aanwezig zijn. Bij de intake wordt gelet op:
    1. capaciteiten voor dit vak;
    2. CITO score in het bijzonder het taalgedeelte.
    Aan het einde van elk schooljaar wordt door de rapportenvergadering de beslissing genomen of CAM kan worden gecontinueerd.

    • Leerlingen mogen doorgaan als het cijfer voor CAM een 6 is of hoger. Is het cijfer lager dan 6 dan wordt CAM vervangen door Engels. De argumentatie hiervoor wordt door de docent en de mentor met de leerling en de ouders besproken.
    • De leerling kan zelf aangeven niet te willen doorgaan met CAM. Dit kan in de onderbouw alleen aan het einde van het schooljaar, in de bovenbouw na de eerste of tweede tussenrapportage of aan het einde van het schooljaar.
    • De rapportenvergadering kan bij meer dan 1 onvoldoende voor de vakken CAM, wiskunde en Nederlands het besluit nemen, dat er niet mag worden doorgegaan met CAM.
    • Wanneer een leerling in de onderbouw doubleert of afstroomt mag geen CAM meer worden gevolgd. In de bovenbouw kan de rapportenvergadering besluiten dat in geval van doubleren of afstromen geen CAM meer mag worden gevolgd, afhankelijk van het gekozen profiel en vakkenpakket.
    • In bijzondere gevallen kan door de rapportvergaderingen worden besloten tussentijds CAM te vervangen door het vak Engels.


    Aan het volgen van het Cambridge programma op school en het deelnemen aan het examen zijn kosten verbonden. Het programma wordt afgesloten met een examen op een externe locatie (Zwolle) op twee verschillende dagen; een mondeling examen en een schriftelijk examen. Vervoer per bus wordt door school geregeld. Om deel te kunnen nemen aan het examen dienen ouders de examenkosten vooraf te betalen. Leerlingen die het examen in Cambridge Engels met goed gevolg afleggen ontvangen een First Certificate in English (mavo en havo) of een Certificate in Advanced English (vwo) waarmee zij hun kennis van de Engelse taal aan kunnen tonen.

    Havo en vwo

    Havo/vwo op Emelwerda College

    Onderbouw havo en vwo
    De afdelingen havo en vwo krijgen hun lessen voornamelijk in gebouw de Peppel. Gebruik van de huiswerkfunctie in Magister is verplicht. In klas 1 en 2 wordt het huiswerk ook op papier in de agenda genoteerd; uiteraard dienen deze gegevens overeen te komen met het huiswerk dat in Magister staat. De papieren agenda is leidend. De leerlingen in de onderbouw worden al enigszins voorbereid op de manier van werken in de bovenbouw. Zo krijgen zij te maken met repetitiedagen en een repetitieweek.

    In de mentorlessen van de derde klassen wordt door de mentor en de decaan een aantal keuzebegeleidingslessen gegeven. De docenten brengen een advies uit over de kansen voor hun vak in de bovenbouw en voorafgaand aan de definitieve keuze heeft de decaan een gesprek met de leerlingen.

    Bij onvoldoende belangstelling (minder dan 10 leerlingen kiezen een vak) behoudt de school zich het recht voor dit vak niet aan te bieden. Dit geldt niet voor het vak Latijn in het vwo.

    De bovenbouw (klassen 4 havo/vwo, 5 havo/vwo en 6 vwo)
    Veel leerlingen ervaren in klas 4 een groot verschil in vergelijking met de gang van zaken in de onderbouw. In de eerste plaats zijn de klassenverbanden doorbroken. In stamgroepen volgen de leerlingen de lessen uit het gemeenschappelijke deel zoals Nederlands, maatschappijleer en godsdienst. Andere vakken worden gegeven in clustergroepen, waarin leerlingen uit verschillende parallelklassen bij elkaar zitten.

    De leerlingen in de bovenbouw hebben aan het eind van klas 3 een keus gemaakt uit één van de volgende profielen: cultuur en maatschappij (c&m), economie en maatschappij (e&m), natuur en techniek (n&t) of natuur en gezondheid (n&g). Geleidelijk krijgen de leerlingen nu een grotere mate van zelfstandigheid. De verantwoordelijkheid voor hun eigen leerprestaties komt meer bij de leerlingen te liggen. De docent is meer begeleidend dan docerend bezig. Langzamerhand wordt dit ingevoerd. Leerlingen worden niet zomaar losgelaten. Een belangrijke rol is weggelegd voor de mentor. Deze heeft een klas onder zijn/haar hoede of heeft samen met een collega- docent als ‘mentorenduo’ een halve klas. De mentor is wekelijks in de gelegenheid om (tijdens of buiten de mentorles) met de leerlingen gesprekken te voeren over  hun prestaties en studievoortgang. Ook vakdocenten houden goed in de gaten of de leerlingen voldoende op schema liggen. Studiewijzers geven aan welke stof per week of per les wordt behandeld, wat de leerlingen dan gemaakt en geleerd moeten hebben, wanneer toetsen plaatsvinden, wanneer praktische opdrachten moeten worden ingeleverd enz. Hierbij wordt gebruik gemaakt van Magister.

    Het examen bestaat uit het schoolexamen (SE) en het centraal examen (CE). Al in klas 4 worden er zaken getoetst of worden er bepaalde opdrachten gemaakt die meetellen voor het schoolexamen. De meeste vakken hebben zowel een schoolexamen als een centraal examen, maar sommige vakken zoals maatschappijleer en ckv (culturele en kunstzinnige vorming) kennen uitsluitend een schoolexamen.

    In de bovenbouw maken de leerlingen kennis met enkele nieuwe vakken zoals maatschappijwetenschappen, bedrijfseconomie en (voor het vwo) wiskunde D. De precieze veranderingen die de bovenbouw met zich meebrengt in vergelijking met de onderbouw, staan in het examenreglement Bovenbouw en in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Beide documenten zijn te vinden in Magister en worden aan het begin van klas 4 uitgebreid toegelicht, aan de leerlingen in de mentorlessen en aan de ouders tijdens de eerste ouderavond.

    Behalve met toetsen krijgen de leerlingen in de bovenbouw ook veelvuldig te maken met praktische opdrachten (verslagen, werkstukken en dergelijke) die soms ook moeten worden gepresenteerd aan medeleerlingen. Cijfers voor praktische opdrachten (po’s) tellen mee voor het schoolexamen. In het laatste deel van het voorexamenjaar en het eerste deel van het examenjaar maken de leerlingen een profielwerkstuk, dat gepresenteerd wordt aan ouders en medeleerlingen tijdens een presentatieavond op school. Het profielwerkstuk is een uitgebreide praktische opdracht voor één van de vakken, waarin de leerling kan laten zien welke vaardigheden hij beheerst en in welke mate. Het gaat daarbij niet alleen om het eindresultaat, maar ook om het proces. De leerling moet zijn activiteiten documenteren, zodat deze voor de docent tijdens de beoordeling inzichtelijk zijn.

    Naast praktische opdrachten waarvoor cijfers worden gegeven, zijn er ook nog handelingsdelen die niet worden beoordeeld met een cijfer. De term handelingsdeel houdt in dat een leerling moet aantonen dat hij een bepaalde handeling naar behoren heeft verricht. Een handelingsdeel kan bijvoorbeeld het bezoeken van een open dag bij een vervolgopleiding in het kader van loopbaanoriëntatie (lob) zijn, een onderdeel van de begeleiding die de decaan biedt.

    Er zijn in de niet examenklassen drie toetsweken met maximaal drie toetsen per dag. Tussen de toetsweken in wordt een beperkt aantal toetsen gegeven. In klas 4 havo worden in het begin méér toetsen en toetsen over kleinere gehelen gegeven dan in de vwo afdeling. Ook al spreken we vaak over de Bovenbouw als benaming van de bovenbouw havo/vwo als geheel, er zijn wel degelijk verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen en daar worden inhoud en organisatie van het onderwijs op afgestemd.

    Het onderwijs in de klassen 5 havo en 6 vwo staat geheel in het teken van het schoolexamen en het centraal examen. Het schoolexamen wordt in drie perioden afgenomen. Het centraal examen vindt vanaf eind mei plaats.

    Technasium

    Het Emelwerda College heeft het officiële Technasiumpredikaat. Het Technasium is een unieke formule voor beter bèta-onderwijs voor havo en vwo. Leerlingen die voor het Technasium kiezen, krijgen het vak onderzoek & ontwerpen waarin ook examen gedaan wordt. Voor het aandragen en uitvoeren van geschikte projectopdrachten is een nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en de overheid essentieel. De resultaten van de opdrachten worden ook daadwerkelijk aan de opdrachtgevers gepresenteerd.

    Het verschil met het gewone onderwijs is dat aan levensechte opdrachten wordt gewerkt en actief onderzoek wordt gedaan. Kiezen voor het Technasium vraagt een actieve, ondernemende instelling van de leerling. Onderzoek prikkelt de nieuwsgierigheid en het verlangen om de wereld te begrijpen. De levensechte opdrachten doen een beroep op de leerling om problemen praktisch op te lossen.

    Gymnasium

    Het Emelwerda heeft een gymnasiumafdeling. Om hieraan te “ruiken” worden er in de brugklas enkele uren oriëntatie op het gymnasium gegeven. Vanaf klas 2 kan de vwo-leerling dan kiezen voor het gymnasium. Dan verdiep je je in taal en cultuur van de Romeinen en de Grieken. Deze keuze geldt in principe voor twee jaar. Aan het eind van klas 3 kan een leerling ervoor kiezen om Latijn en Grieks op te nemen in zijn/haar profielkeuze en daarin examen te doen.

    Latijn en Grieks zijn talen waarbij je wordt gedwongen om heel precies te kijken wat er nu eigenlijk staat. Door het leren vertalen van Latijnse en Griekse teksten, leer je niet alleen die zinnen zelf te ontcijferen, maar train je ook in het algemeen je vaardigheid om ingewikkelde problemen op te lossen. Gymnasium biedt uitdagend onderwijs voor de nieuwsgierige leerling die wil weten hoe het precies zit.

    Als je iets van Latijn en Grieks weet, begrijp je sneller de moeilijke woorden in het Nederlands. Latijn is bovendien de taal waaruit de Romaanse talen zijn ontstaan: Frans, Spaans, Portugees, Italiaans en Roemeens. Ook het Engels is voor een deel een Romaanse taal. Op school helpt kennis van Latijn je daarom bij het leren van andere talen, zoals Engels en Frans.

    Men zegt wel dat de klassieke Oudheid de ‘bakermat’ (zeg maar de wieg) van onze beschaving is. Overal om ons heen zijn sporen van de Romeinen en Grieken terug te vinden: woorden in onze taal, gebruiken als onze kalender, gebouwen met een klassieke uitstraling, spreekwoorden en uitdrukkingen die teruggaan op verhalen over beroemde Grieken, zoals de Achilleshiel, of een film over de held Hercules in de bioscoop. Op bijna alle gebieden van cultuur en wetenschap is de invloed van de klassieke cultuur groot.

    Tijdens de lessen reizen we terug in de tijd om de Romeinen en Grieken te ontmoeten die nog altijd zoveel invloed op ons hebben. Een ontdekkingsreis waarin we zowel de wereld van de oudheid als de wereld van nu beter leren kennen.

    Cambridge Engels (CAM)

    Engels is een van de belangrijkste talen ter wereld. In het internationale bedrijfsleven wordt bijna uitsluitend Engels gesproken. Ook onze eigen samenleving krijgt een steeds internationaler karakter. In veel Nederlandse bedrijven wordt steeds meer Engels gesproken en ook in het vervolgonderwijs wordt erg veel gecommuniceerd in het Engels. Het is vaak te duur om Engelstalige studieboeken in het Nederlands te vertalen en men gebruikt dan het Engelse (of Amerikaanse) boek. Er bestaan in Nederland inmiddels 3 University Colleges (in Utrecht, Middelburg en Maastricht). Dat zijn Engelstalige afdelingen van reguliere Nederlandse universiteiten en ook de Hogeschool Windesheim is gestart met Engelstalig hbo-onderwijs.

    In de brugklas mavo, havo en vwo van het Emelwerda College is het mogelijk te kiezen voor Cambridge Engels. Je blijft tot en met het voorexamenjaar in deze klas. Het doel van de cursus is het halen van officiële certificaten (First Certificate in English voor havo en Certificate in Advanced English voor vwo) die je wereldwijd een voorsprong geven bij de toelating tot een Engelstalige opleiding (College, University etc.)

    Leerlingen kunnen deelnemen aan CAM, nadat er volgend op de aanmelding een intake heeft plaatsgevonden en er voldoende capaciteiten voor dit vak aanwezig zijn. Bij de intake wordt gelet op:
    1. capaciteiten voor dit vak;
    2. CITO score in het bijzonder het taalgedeelte.
    Aan het einde van elk schooljaar wordt door de rapportenvergadering de beslissing genomen of CAM kan worden gecontinueerd.

    • Leerlingen mogen doorgaan als het cijfer voor CAM een 6 is of hoger. Is het cijfer lager dan 6 dan wordt CAM vervangen door Engels. De argumentatie hiervoor wordt door de docent en de mentor met de leerling en de ouders besproken.
    • De leerling kan zelf aangeven niet te willen doorgaan met CAM. Dit kan in de onderbouw alleen aan het einde van het schooljaar, in de bovenbouw na de eerste of tweede tussenrapportage of aan het einde van het schooljaar.
    • De rapportenvergadering kan bij meer dan 1 onvoldoende voor de vakken CAM, wiskunde en Nederlands het besluit nemen, dat er niet mag worden doorgegaan met CAM.
    • Wanneer een leerling in de onderbouw doubleert of afstroomt mag geen CAM meer worden gevolgd. In de bovenbouw kan de rapportenvergadering besluiten dat in geval van doubleren of afstromen geen CAM meer mag worden gevolgd, afhankelijk van het gekozen profiel en vakkenpakket.
    • In bijzondere gevallen kan door de rapportvergaderingen worden besloten tussentijds CAM te vervangen door het vak Engels.


    Aan het volgen van het Cambridge programma op school en het deelnemen aan het examen zijn kosten verbonden. Het programma wordt afgesloten met een examen op een externe locatie (Zwolle) op twee verschillende dagen; een mondeling examen en een schriftelijk examen. Vervoer per bus wordt door school geregeld. Om deel te kunnen nemen aan het examen dienen ouders de examenkosten vooraf te betalen. Leerlingen die het examen in Cambridge Engels met goed gevolg afleggen ontvangen een First Certificate in English (havo) of een Certificate in Advanced English (vwo) waarmee zij hun kennis van de Engelse taal aan kunnen tonen.

    DELF

    DELF - DIPLÔME D’ ÉTUDES DE LA LANGUE FRANÇAISE

    Leerlingen vanaf de derde klas mavo, havo, vwo kunnen ervoor kiezen om op een andere manier Frans te leren. In navolging van Cambridge Engels kunnen zij een internationaal erkend diploma halen voor Frans, op niveau A1 of A2, afhankelijk van het advies van de docent.

    Voor de leerlingen die DELF kiezen, is het een extra vak met minder grammatica. De nadruk ligt op de vaardigheden lezen, schrijven, luisteren, spreken. Het examen wordt niet door school gemaakt maar door een Franse instelling.

    Het DELF-diploma helpt bij het aanmelden voor studies in het buitenland en het vinden van een baan in het buitenland.

    CKV (culturele kunstzinnige vorming)

    Het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) is verplicht in de bovenbouw havo/vwo. De studielast voor CKV is 120 uur voor 4 havo en 160 uur voor 4 vwo en 5 vwo. ‘Kunst actief meemaken’ is het doel van het vak. Kunst ervaren en beschouwen vraagt van leerlingen betrokkenheid, inzet, kennis en vaardigheden. En omdat de betekenis van kunst nooit vastligt, is een open en onderzoekende houding vereist. Toetsing bij CKV gaat over het beoordelen en waarderen van bijvoorbeeld het doen van onderzoek, het ervaren van kunst, het verwerken van nieuwe inzichten in de kunstautobiografie en de reflectie op culturele activiteiten. CKV kent alleen een schoolexamen, dat betrekking heeft op de domeinen A t/m D. De leerling sluit het vak met een cijfer af. Dit cijfer teltmee in het combinatiecijfer, samen met maatschappijleer en het profielwerkstuk.