Kwaliteit

Het Emelwerda College doet mee aan “Scholen op de kaart”. Op deze site, ook bereikbaar via de link op de schoolwebsite, zijn allerlei gegevens van de school te vinden die te maken hebben met de kwaliteit van het onderwijs. Het inspectierapport kunt u vinden op de internetpagina van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. De examenresultaten van het Emelwerda College zijn uitstekend te noemen.

Klik op bovenstaand plaatje om de resultaten van het Emelwerda College op www.scholenopdekaart.nl te bekijken.

De kwaliteit 

Het is in het belang van de leerling dat regelmatig gemeten wordt hoe de stand van zaken is met betrekking tot de beheersing van de lesstof. Om deze ontwikkeling goed af te stemmen met de ouders/verzorgers vinden er periodiek LMO-gesprekken (leerling-mentor-ouder) plaats. Na drie periodes wordt op de overgangsvergadering bepaald welke leerling met succes kan worden bevorderd naar een hoger leerjaar. Leerlingen die hier (nog) niet voor in aanmerking komen krijgen de mogelijkheid om in de laatste periode achterstanden weg te werken en door middel van twee herkansingen alsnog in aanmerking te komen voor bevordering naar het volgend schooljaar. Het besluit hierover zal worden genomen bij de vaststellingsvergadering aan het eind van het schooljaar.

Voor de klassen 1 en 2 geldt dat herkansingen in overleg met mentor, vakdocent en afdelingsleider worden aangeboden als dit vanuit de formatieve onderwijsvisie nuttig en noodzakelijk geacht wordt om de ontwikkeling van de leerling goed in kaart te brengen.

Na iedere toetsweek wordt er een herkansingsmogelijkheid aangeboden.

Bij de voortgangsvergadering en overgangsvergadering worden alle leerlingen besproken, ook die leerlingen die volgens de normen gedoubleerd zouden zijn. Het doel van die bespreking is om in kaart te brengen of en op welke wijze de leerling kan repareren. Tijdens de vaststellingsvergadering wordt de overgangsnorm gehanteerd.

In de bovenbouw kennen we een voortgangsrapportage. Deze voortgangsrapportages geven het gemiddelde van de tot dan toe behaalde cijfers weer. Bij de overgang gaan we niet alleen uit van de harde cijfers, maar spelen ook zaken als inzet, motivatie en doorzettingsvermogen een belangrijke rol, vooral wanneer leerlingen in de bespreekzone komen. In de onderstaande paragrafen kunt u de bevorderingsnormen voor de verschillende leerjaren per afdeling lezen.

Overgangsnormen Vakcollege Noordoostpolder

De overgangsnormen zijn gebaseerd op de missie en visie van het Vakcollege Noordoostpolder en stellen de loopbaan van de leerling centraal. In het onderwijs wordt maatwerk geleverd. Bij het bepalen van de overgang naar een volgend leerjaar wordt gekeken naar alle eindcijfers op het eindrapport en het LOB-portfolio (Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding). Daarnaast spelen zaken als inzet, inzicht, motivatie, werkhouding, belangstelling per vak en doorzettingsvermogen een belangrijke rol. Het schooljaar is opgebouwd uit 4 periodes. Na elke periode wordt er gekeken naar de vorderingen in resultaten en het LOB-portfolio. Er wordt gewerkt met het voortschrijdend gemiddelde, d.w.z. dat alle cijfers van het gehele schooljaar meetellen in het eindrapport; aan een cijfer wordt een weging gegeven. Een proefwerk telt bijv. 2 x mee en een overhoring 1 x. In Magister wordt per toets aangegeven: de omschrijving, de weging, het cijfer. De cijfers voor rapport 1 en 2 worden afgerond op 1 decimaal. Voor het eindrapport wordt het voortschrijdend gemiddelde per vak van het hele jaar afgerond op een heel getal. Dit getal vormt het eindcijfer voor dat vak. De overgangsnormen zijn van toepassing op de behaalde eindcijfers.

Bij de overgangsnormen wordt gewerkt met tekorten:

Het eindcijfer 5 levert 1 tekort op. Het eindcijfer 4 levert 2 tekorten op.

Het eindcijfer 3 levert 3 tekorten op, enz.

Overgangsnormen klas 1 Vakcollege Noordoostpolder

Een leerling wordt bevorderd naar het 2e leerjaar, indien:

* het gemiddelde eindcijfer (van het overgangsrapport) afgerond een 6 of hoger is èn
* er maximaal 3 tekorten op de eindlijst voorkomen*
Alle vakken tellen mee; in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde mag een leerling maximaal 2
tekorten hebben.

De uitspraak van de overgangsvergadering is bindend.

Daarnaast wordt er gekeken of de leerling voldoende voortgang heeft geboekt om door te gaan naar het 2e leerjaar, d.w.z. geen grote achterstand heeft in lesstof en/of opdrachten (de leerling kan nog opdrachten moeten inhalen)

* de leerling voldoende vorderingen kan aantonen in zijn LOB-portfolio (de leerling kan nog opdrachten moeten inhalen)
* de leerling (t.a.v. de gekozen sector) voldoende inzet, inzicht, motivatie, werkhouding en doorzettingsvermogen heeft

Een leerling komt in de bespreking wanneer het gemiddelde eindcijfer afgerond geen 6 is en/of er 4 of meer tekorten zijn. Doubleren of gericht bevorderen zijn dan de mogelijke opties. De (persoonlijke) ontwikkeling, het welzijn en de loopbaan van de leerling worden hierin meegenomen.

Bevordering naar een andere leerweg

Het cijfer 8,0 is richtinggevend in de bespreking voor (tussentijdse) bevordering naar een hogere leerweg. Dit is ook mogelijk voor één of meerdere vakken. Hierbij spelen inzet, inzicht, motivatie, werkhouding, belangstelling per vak en doorzettingsvermogen een belangrijke rol alsmede de vorderingen in het LOB-portfolio.

Bij een KB leerling wordt daarbij ook nog gekeken naar de leerstijl. De praktisch ingestelde leerling is waarschijnlijk meer gebaat bij verdieping/uitdaging/verbreding op het Vakcollege Noordoostpolder dan bij een meer theoretische opleiding.

Tussentijdse aanpassing van een leerweg

De (persoonlijke) ontwikkeling en de resultaten van een leerling kunnen aanleiding geven tot tussentijdse aanpassing van een leerweg naar boven of naar beneden. Aanpassing voor één of meerdere vakken betreft alleen het volgen van een vak (ken) op een hogere leerweg. Hierbij spelen inzet, inzicht, motivatie, werkhouding, belangstelling per vak en doorzettingsvermogen een belangrijke rol alsmede de vorderingen in het LOB-portfolio.

In principe vindt tussentijdse aanpassing van een leerweg plaats na en op advies van de rapportvergadering. Eventuele aanpassing van klas vindt plaats mits de groepssamenstelling en groepsgrootte dit toestaat.

Aanpassing kan op 3 momenten in het jaar (decemberrapport, maartrapport, eindrapport).

Overgangsnormen klas 2 Vakcollege Noordoostpolder

Een leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar, indien

* het gemiddelde eindcijfer (van het overgangsrapport) afgerond een 6 of hoger is èn
* het cijfer voor het profielvak minimaal een 5 is èn
* er maximaal 3 tekorten op de eindlijst voorkomen*

Alle vakken tellen mee; in de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en het theoretische profielvak (economie, nask of biologie) mag een leerling maximaal 2 tekorten hebben.

    De uitspraak van de overgangsvergadering is bindend.

    Daarnaast wordt er gekeken of

    * de leerling voldoende voortgang heeft geboekt om door te gaan naar het 3e leerjaar, d.w.z. geen grote achterstand heeft in lesstof en/of opdrachten (de leerling kan nog opdrachten moeten inhalen)
    * de leerling voldoende vorderingen kan aantonen in zijn LOB-portfolio (de leerling kan nog opdrachten moeten inhalen)
    * de leerling (t.a.v. de gekozen sector) voldoende inzet, inzicht, motivatie, werkhouding en doorzettingsvermogen heeft.

    Een leerling komt in de bespreking wanneer het gemiddelde eindcijfer afgerond geen 6 is en/of er 4 of meer tekorten zijn. Doubleren of gericht bevorderen zijn dan de mogelijke opties. De (persoonlijke) ontwikkeling, het welzijn en de loopbaan van de leerling worden hierin meegenomen.

    Bevordering naar een andere leerweg of een ander profiel

    Het cijfer 8,0 is richtinggevend in de bespreking voor (tussentijdse) bevordering naar een hogere leerweg. Dit is ook mogelijk voor één of meerdere vakken. Ook hier spelen inzet, inzicht, motivatie, werkhouding,

    belangstelling per vak en doorzettingsvermogen een belangrijke rol alsmede de vorderingen in het LOB portfolio. Bij een KB leerling wordt daarbij ook nog gekeken naar de leerstijl. De praktisch ingestelde leerling is waarschijnlijk meer gebaat bij verdieping/uitdaging/verbreding dan bij een theoretische opleiding op.

    Het onvoldoende eindresultaat van het beroepsgerichte profielvak, alsmede de motivatie en inzet van een leerling kunnen aanleiding zijn tot bevordering naar een ander profiel.

    Tussentijdse aanpassing van een leerweg of een profiel

    De (persoonlijke) ontwikkeling en de resultaten van een leerling kunnen aanleiding geven tot tussentijdse aanpassing van een leerweg naar boven of naar beneden. Aanpassing voor één of meerdere vakken betreft alleen het volgen van een vak (ken) op een hogere leerweg. Hierbij spelen inzet, inzicht, motivatie, werkhouding, belangstelling per vak en doorzettingsvermogen een belangrijke rol alsmede de vorderingen in het LOB-portfolio.

    In principe vindt tussentijdse aanpassing van een leerweg plaats na en op advies van de rapportvergadering. Eventuele aanpassing van klas vindt plaats mits de groepssamenstelling en groepsgrootte dit toestaat.

    Aanpassing kan op 3 momenten in het jaar (decemberrapport, maartrapport, eindrapport).

    De (persoonlijke) ontwikkeling, het welzijn, de motivatie, inzet en de resultaten van een leerling kunnen aanleiding geven tot tussentijdse aanpassing naar een ander profiel.

    In principe vindt tussentijdse aanpassing van een profiel plaats na en op advies van de rapportvergadering. Verandering van klas, die hiermee gepaard gaat, vindt plaats mits de groepssamenstelling en groepsgrootte dit toestaat.

    Aanpassing kan op 3 momenten in het jaar (decemberrapport, eindrapport).

    Overgangsnormen klas 3 Vakcollege Noordoostpolder

    Klas 3 en 4 vormen samen de schoolexamenperiode (SE). De leerling ontvangt in het 3e en 4e leerjaar twee keer een SE-kaart met de tot dan toe behaalde resultaten. Er wordt gewerkt met het voortschrijdende gemiddelde. Op basis van de derde SE-kaart wordt een leerling wel of niet bevorderd naar het 4e

    leerjaar. De overgangsnormen komen overeen met de slaag-/zakregeling van het examenbesluit. Naast de resultaten bepalen ook de vorderingen in het LOB-portfolio, inzet, inzicht, motivatie, werkhouding en belangstelling of een leerling in deze leerweg bevorderd kan worden naar het 4e leerjaar en dus voldoende uitzicht heeft op het behalen van het diploma in deze leerweg.

    Een leerling wordt bevorderd naar 4e leerjaar, indien

    • de leerling voldoet aan de slaag-zakregeling van het eindexamen* (slaag-zakregeling: zie onderaan dit document)
    • Het cijfer voor het keuzevak-extra mag niet lager zijn dan een 4 en wordt meegenomen naar leerjaar 4 (het cijfer telt verder niet mee bij de overgang naar leerjaar 4).

    Verder geldt dat:

    • de leerling een voldoende heeft voor godsdienst of levensbeschouwing. Wanneer godsdienst of levensbeschouwing niet voldoende is, wordt de leerling verplicht om extra opdrachten

    te maken teneinde het resultaat voldoende te krijgen.

    • de leerling een voldoende heeft voor de handelingsopdrachten en de praktische opdrachten. Deze moeten ook allemaal zijn gedaan.

    De leerling wordt besproken indien hij niet voldoet aan de onder a t/m c genoemde criteria.

    De (persoonlijke) ontwikkeling, het welzijn, de loopbaan van de leerling en het hebben van voldoende uitzicht op het behalen van het diploma zijn hierbij richtinggevend. Dit kan leiden, in overleg met leerling en ouders tot een advies voor een alternatief traject. Ook doubleren of gericht bevorderen zijn mogelijke opties.

    Op basis van de eindrapportvergaderingen in leerjaar 2 is vastgesteld in welke leerweg en welk profiel de leerling gaat beginnen aan de schoolexamenperiode in leerjaar 3. Ook kan er zijn vastgesteld dat een leerling één of meerdere vakken op een hogere leerweg volgt.

    Indien een leerling in het 3e leerjaar tussentijds om welke reden dan ook mocht veranderen van leerweg of profiel dan is het risico aanwezig dat een leerling hiaten in het lesprogramma moet inhalen of dat het 3e leerjaar gedoubleerd moet worden, vanwege eventuele achterstanden in het schoolexamenprogramma. Aanpassing van een leerweg in leerjaar 3 en 4 dient om bovengenoemde reden zoveel mogelijk voorkomen te worden.

    Vak Maatschappijkunde

    Binnen het profiel Zorg & Welzijn kan een leerling in plaats van wiskunde het examenvak maatschappijkunde kiezen. Bij voorkeur doet een leerling dit bij de bevordering van leerjaar 2 naar leerjaar 3. Immers op deze wijze worden eventuele achterstanden in het schoolexamenprogramma voorkomen. Indien de leerling gedurende het 3e leerjaar wil wisselen van examenvak, dan is dit alleen nog mogelijk bij het 1e rapport (december). De hiaten m.b.t. het schoolexamenprogramma dienen te worden ingehaald door de leerling.

    Slaag-zakregeling Vakcollege Noordoostpolder

    Basis-en kaderberoepsgerichte leerweg

    De kandidaat krijgt zeven eindcijfers: voor Nederlands, Engels, twee sectorvakken, maatschappijleer, één cijfer voor het beroepsgerichte profielvak en één cijfer voor de keuzevakken.

    De kandidaat die eindexamen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien hij:

    1. voor alle examenvakken het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, of
    2. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of
    3. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of
    4. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger
    5. met betrekking tot het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste een 5,5 gemiddeld heeft
    6. voor het vak Nederlands minimaal het cijfer 5 heeft behaald
    7. de vakken lichamelijke opvoeding en kunstvakken 1 met een voldoende of goed heeft afgesloten en LOB gedaan heeft
    8. voor de vier verplichte beroepsgerichte keuzevakken niet lager dan een vier heeft gehaald
    9. de rekentoets (voor leerlingen zonder wiskunde in hun pakket) heeft afgelegd ongeacht het daarvoor behaalde eindcijfer

    Leerwerktraject

    Een leerling is geslaagd voor het leerwerktraject indien hij:

    1. voor het vak Nederlands minimaal het cijfer 6 heeft behaald
    2. voor het beroepsgerichte profielvak tenminste een zes of hoger heeft gehaald
    3. voor de vier verplichte beroepsgerichte keuzevakken niet lager dan een vier heeft gehaald en
    4. voor het combinatiecijfer (is het gemiddelde van de beroepsgerichte keuzevakken) een zes of hoger heeft gehaald
    5. de rekentoets (voor leerlingen zonder wiskunde in hun pakket) heeft afgelegd ongeacht het daarvoor behaalde eindcijfer

    Daarnaast moet er voldaan zijn aan de landelijke vastgestelde eisen voor wat betreft stageomvang

    Overgangsnormen algemeen onderbouw mavo, havo en vwo

    In de onderbouw mavo, havo en vwo (klassen 1, 2 en 3) werken we met een voortschrijdend gemiddelde. Aan het einde van het schooljaar is het eindcijfer het rapportcijfer. Dat is bepalend voor de overgang. Wij benaderen hierbij de leerling en zijn resultaten op een positieve wijze, want niet voor niets is ons motto: “Samen ontwikkelen we jouw talenten!”

    Bij de vaststellingsvergadering komen de eindcijfers als volgt tot stand:

    • · Een 5,49 wordt afgekapt 5,4 als cijfer en als eindcijfer 5 afgerond.
    • · Een 5,51 wordt 5,5 wordt 6.

    Op deze eindcijfers worden de overgangsnormen toegepast.

    Verder gelden bij de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) de volgende aanvullende overgangsnormen:

    1 x 5 = automatisch bevorderd

    2 x 5 of 1 x 4 = bespreking

    3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 of 2 x 5 en 1 x 4 of 2 x 4 = niet bevorderd

    In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de overgangsnormen.

    Overgangsnormen klas 1MH en 2M

    Algemeen:
    Bij de bespreking gaan we uit van de voortgang van de cijfer- en ontwikkelingsrapportage tenzij er buitengewone omstandigheden zijn.

    • Er wordt voortdurend gekeken naar de totstandkoming en de samenstelling van de cijfers. Verder worden studiezin, mate van zelfstandig werken, inzicht, huiswerkinstelling en motivatie meegewogen. Dit gebeurt in klas 1MH m.b.v. RTTI-online en OMZA.
    • In RTTI-online komt per toets te staan wat de resultaten van respectievelijk het mavo- en havo-niveau zijn.
    • Alle vakken tellen mee.
    • De uitspraak van de overgangsvergadering is bindend.
    • Een 5 telt voor één tekort, een 4 of lager telt voor 2 tekorten.
    • Een leerling met 6 of meer tekorten kan naar een naastgelegen afdeling worden bevorderd, wanneer de cijfers verhoogd met één punt een automatische bevordering in die afdeling mogelijk maken.

    Opstromen 1mh
    Een leerling komt in bespreking om naar een hoger niveau te worden bevorderd als het gemiddelde havo-cijfer een 7 of hoger is van de RTTI-toetsen via de omgekeerde telling (T2 en I tellen dubbel). Het gemiddelde mavo- cijfer moet daarbij voldoende zijn. Er wordt m.b.v. OMZA gekeken naar studiehouding, huiswerkattitude, inzicht, motivatie, zelfstandig werken en het perspectief voor klas 2.

    • De leerling die hiervoor in aanmerking komt, dient in ieder geval ook een gemiddelde van 7 of hoger op het havo-niveau te hebben op de vakken Nederlands, wiskunde en Engels.
    • In bijzondere gevallen kan van het bovenstaande worden afgeweken.

    Afstroom of doubleren
    Een leerling kan doubleren of afstromen naar een lager niveau als het gemiddelde mavo-cijfer onvoldoende is.

    Vroegprofileren 2m
    De leerling kan gaan vroeg-profileren als dit tijdens de overgangsvergadering is besloten. Dat wil zeggen dat zij tot aan de zomervakantie de vakken van het gekozen profiel van de bovenbouw volgen. Bij de vaststellingsvergadering wordt alleen gekeken naar de vakken, die zij de laatste periode hebben gevolgd en wordt de overgangsnorm van 3m toegepast.

      Uitleg RTTI en OMZA

      Om in het eigen leerproces van de leerlingen de cognitieve indicatoren scherp en transparant te krijgen, gebruiken we de methode RTTI om leren verder te ontwikkelen. De letters RTTI geven vier niveaus van leren aan, die een effectief leerproces ondersteunen: Reproductie, Training, Transfer en Inzicht (& Innovatie). Om de persoonsvorming van leerlingen te ondersteunen, gebruiken we parallel aan RTTI de methode OMZA: Organisatie, Meedoen, Zelfvertrouwen en Autonomie. Dit zijn gedragsindicatoren waar het bij effectief leren om gaat.  De ontwikkeling van leerlingen betrekken we bij de bevorderingsnormen door het formatieve deel van de evaluatie in de ontwikkelrapportage als volgt mee te nemen. Een voorbeeld hoe de cijferlijst en de ontwikkelrapportage eruit zien, is hieronder gevisualiseerd: 


      akduenfagdgsm&GnewL
      M/H
      Periodegemiddelde6.95.9 6.9 6.7 6
      Jaargemiddelde6.35.97.45.76.93.76.76.46.1
      H
      periodegemiddelde6.95.5 6.9 6.7 5.8
      jaargemiddelde6.25.875.96,93.86.46.45.8
      M
      periodegemiddelde6.96.2 6.9 6.7 6.2
      jaargemiddelde6.45.97.75.66.93.66.96.46.3

      Ontwikkelrapportage RTTI & OMZA

      voor de weging van de summatieve toetsen geldt onderstaande norm: 

      Weging RTTI-online


      Rt1T2I
      mavo22 1 1
      havo11 2 2

      Een voorbeeld:  Bij deze wiskunde-leerling uit 1MH zien we dat wiskunde op havo-niveau voor de R en I voldoende scoort. De toepassingsvragen T1 en T2 laten een mavo-niveau zien. De toepassing van de wiskunde-lesstof laat geen stabiel opbouwende lijn zien. De blauwe lijn laat de vorige summatieve meting zien.

      Opstromen
      Een leerling komt in bespreking om naar een hoger niveau te worden bevorderd als het gemiddelde havo-cijfer een 7 of hoger is van de RTTI-toetsen via de omgekeerde telling (T2 en I tellen dubbel). Het gemiddelde mavo- cijfer moet daarbij voldoende zijn. Er wordt m.b.v. OMZA gekeken naar studiehouding, huiswerkattitude, inzicht, motivatie, zelfstandig werken en het perspectief voor klas 2.

      Heeft de leerling nog moeite met T2 en I vragen, dan kan de leerling zich verder ontwikkelen in de mavo en misschien later nog naar de havo gaan.

      Afstroom of doubleren
      Een leerling kan doubleren of afstromen naar een lager niveau als het gemiddelde mavo-cijfer onvoldoende is.


      LEERJAAR 1MH

      Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
      ne, en, wi
      consequentie
      0,1M2/H2
      1,2M21 -
      3,4M1,M2/ K22bespreking
      5 of meerM1/ K1, K23 niet bevorderd

      Leerjaar 2M

      Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
      ne, en, wi
      consequentie
      0M3/H3
      1,2,3M31 -
      4M2,M3/ K32bespreking
      5 of meerM2/ K33 niet bevorderd

      Overgangsnormen klas 1,2 en 3 havo/vwo

      Algemeen:

      • Bij de bespreking gaan we uit van de voortgang van de cijfer- en ontwikkelingsrapportage tenzij er buitengewone omstandigheden zijn.
      • Er wordt voortdurend gekeken naar de totstandkoming en de samenstelling van de cijfers. Verder worden studiezin, mate van zelfstandig werken, inzicht, huiswerkinstelling en motivatie meegewogen.
      • In RTTI-online komt per toets te staan wat de resultaten van respectievelijk het havo- en vwo-niveau zijn.
      • Alle vakken tellen mee.
      • De uitspraak van de overgangsvergadering is bindend.
      • Een 5 telt voor één tekort, een 4 of lager telt voor 2 tekorten, een 3 voor 3 tekorten, een 2 voor 4 tekorten en een 1 voor 5 tekorten.
      • Een leerling met 6 of meer tekorten kan naar een naastgelegen afdeling worden bevorderd, wanneer de cijfers verhoogd met één punt een automatische bevordering in die afdeling mogelijk maken.



        Uitleg RTTI en OMZA

        Om in het eigen leerproces van de leerlingen de cognitieve indicatoren scherp en transparant te krijgen, gebruiken we de methode RTTI om het leren verder te ontwikkelen. De letters RTTI geven vier niveaus van leren aan, die een effectief leerproces ondersteunen: Reproductie, Training, Transfer en Inzicht (& Innovatie). Om de persoonsvorming van leerlingen te  ondersteunen, gebruiken we parallel aan RTTI de methode OMZA: Organisatie, Meedoen, Zelfvertrouwen en Autonomie.  Gedragsindicatoren waar het bij effectief leren om gaat. De ontwikkeling van leerlingen betrekken we bij de bevorderingsnormen door het formatieve deel van de evaluatie als volgt mee te nemen.Een voorbeeld hoe de cijferlijst en de ontwikkelrapportage eruit zien, is hieronder gevisualiseerd.

        RTTI-cijferlijst


        GSWI
        H/V

        Periodegem. 6.9
        jaargem.6.16.7
        vwo
        Periodegem. 6.8
        Jaargem.6.16.5
        havo
        Periodegem. 6.9
        Jaargem.6.26.9

        Ontwikkelrapportage RTTI & OMZA

        Weging RTTI-online


        RT1T2i
        Havo22 1 1
        Vwo1 1 2 2

        Opstromen

        Een leerling komt in bespreking om naar een hoger niveau te worden bevorderd als het gemiddelde vwo-cijfer een 7 of hoger is van de RTTI-toetsen via de omgekeerde telling (T2 en I tellen dubbel). Het gemiddelde havo- cijfer moet daarbij voldoende zijn. Er wordt m.b.v. OMZA gekeken naar studiehouding, huiswerkattitude, inzicht, motivatie, zelfstandig werken en het perspectief voor het volgend leerjaar

        • De leerling die hiervoor in aanmerking komt, dient in ieder geval ook een gemiddelde van 7 of hoger op het vwo-niveau te hebben op de vakken Nederlands, wiskunde en Engels.
        • In bijzondere gevallen kan van het bovenstaande worden afgeweken.

        Afstroom of doubleren
        Een leerling kan doubleren of afstromen naar een lager niveau als het gemiddelde havo of vwo cijfer onvoldoende is.

        Vroegprofileren 3hv
        De leerling kan gaan vroeg-profileren als dit tijdens de overgangsvergadering is besloten. Dat wil zeggen dat zij tot aan de zomervakantie de vakken van het gekozen profiel van de bovenbouw volgen. Bij de vaststellingsvergadering wordt alleen gekeken naar de vakken, die zij de laatste periode hebben gevolgd en wordt de overgangsnorm van 4hv toegepast.

        Havo 1

        Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
        ne, en, wi
        consequentie
        0H2/V2
        1,2H21 -
        3,4H1,H2/M22bespreking
        5 of meerH1/M23 niet bevorderd

        Vwo 1

        Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
        ne, en, wi
        consequentie
        0V2
        1,2V21 -
        3,4V1,V2/H22bespreking
        5 of meerV1/H23 niet bevorderd

        havo 2

        Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
        ne, en, wi
        consequentie
        0,1H3/V3
        1,2,3H31 -
        4,5H2/H3/M32bespreking
        6 of meerH2/M23 niet bevorderd

        VWO/ATHENEUM 2

        Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
        ne, en, wi
        consequentie
        0V3
        1,2,3V31 -
        4,5V2/V3/H32bespreking
        6 of meerV2/H23 niet bevorderd

        VWO/GYMNASIUM 2

        Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
        ne, en, wi
        consequentie
        0V3
        1,2,3V31 -
        4,5V2/V3/H32bespreking
        6 of meerV2/H23 niet bevorderd

        havo 3

        Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
        ne, en, wi
        consequentie
        0H4/V4
        1,2,3H41 -
        4,5H4/H3/M42bespreking
        6 of meerH3/M43 niet bevorderd

        VWO/ATHENEUM 3

        Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
        ne, en, wi
        consequentie
        0V4
        1,2,3V41 -
        4,5V3/V4/H42bespreking
        6 of meerV3/H43 niet bevorderd

        vwo/gymnasium 3

        Tekorten alle vakkenMogelijke besluitenTekorten kernvakken
        ne, en, wi
        consequentie
        0V4
        1,2,3V41 -
        4,5V3/V4/H42bespreking
        6 of meerV3/H43 niet bevorderd

        Overgangsnormen bovenbouw

        Overgangsnormen van 3 mavo naar 4 mavo

        Klas 3 en 4 mavo vormen samen de schoolexamenperiode, die aan het eind van klas 4 met het centraal examen wordt afgesloten. Dit houdt in dat alle cijfers én de uit te voeren handelingsdelen deel uitmaken van het examen. De leerlingen ontvangen voor de herfstvakantie het programma voor toetsing en afsluiting (PTA). Hierin staat de leerstof en een overzicht van de toetsen beschreven. De regels betreffende het schoolexamen en het centraal examen staan beschreven in het examenreglement. Zowel in het derde als het vierde leerjaar ontvangt de leerling drie maal een SE-kaart. Hierop staan de tot dan toe behaalde resultaten vermeld. Op basis van de derde SE-kaart wordt de leerling wel of niet bevorderd naar het vierde leerjaar. De overgangsnormen zijn gebaseerd op de zak/slaagregeling van het eindexamenbesluit.

        Naast de resultaten bepalen ook de werkhouding, het inzicht, de concentratie en de belangstelling of een leerling in deze leerweg kan worden bevorderd naar het 4e leerjaar en dus voldoende uitzicht heeft op het behalen van het diploma in deze leerweg.

        De leerling wordt (automatisch) bevorderd indien hij:

        • voor ten hoogste één van zijn (examen)vakken het eindcijfer 5 heeft gehaald en voor zijn overige (examen) vakken een 6 of hoger, of
        • voor ten hoogste één van zijn (examen)vakken het eindcijfer 4 heeft gehaald en voor zijn overige (examen) vakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of
        • voor twee van zijn (examen)vakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige (examen)vakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger.
        • en voor het vak Nederlands een 5 of hoger heeft


        Voor de overige vakken geldt:

        • Om te kunnen worden bevorderd, dienen de vakken kv1, gd, en lo alsmede handelingsdelen van andere vakken met tenminste een voldoende te zijn afgesloten.

        De leerling wordt besproken indien hij niet voldoet aan bovengenoemde criteria. Dit kan leiden, in overleg met leerling en ouders/verzorgers, tot een advies voor een alternatief traject.

        Handelingsdeel / Praktische opdracht
        Handelingsdelen, die in het PTA van de klas vermeld staan, moeten voor de laatste lesdag van het cursusjaar met een voldoende zijn afgerond.

        Examennormen klas 4 mavo (theoretische leerweg) en vmbo gemengde leerweg
        Aan de leerlingen die in het examenjaar zitten, wordt vóór de herfstvakantie het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting (PTA) uitgereikt. Hierin staat alle informatie die de leerling nodig heeft om goed voorbereid aan het examen te kunnen deelnemen.

        Overgangsnormen voor 4,5 havo & ,4,5,6 vwo

          Uitgangspunten:

          1. De overgangsnormen zijn gebaseerd op de zak/slaagregeling van het eindexamenbesluit.
          2. Bij de overgang is het overgangscijfer bepalend. Dit overgangscijfer is het gemiddelde van de in het schooljaar behaalde cijfers. De cijfers op de rapportages worden op 1 decimaal afgerond. De systematiek is: eerst wordt het gemiddelde berekend op basis van onderliggende cijfers met bijbehorende weging. Dit cijfer wordt afgekapt op 1 decimaal. Het eindcijfer wordt daarna op helen afgerond. Bijvoorbeeld: 5,49 wordt 5,4 als rapportcijfer (afgekapt) en een 5 als eindcijfer (afgerond). Bijvoorbeeld 5,51 wordt 5,5 wordt 6. Hierop worden de overgangsregels toegepast.
          3. Combicijfer maa, ckv, pws. De vakken godsdienst en lichamelijke opvoeding worden niet becijferd, maar worden beoordeeld met de kwalificaties ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, of ‘goed’.
          4. Handelingsdelen van een vak kunnen worden beoordeeld met de kwalificaties ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, of ‘goed’; handelingsdelen dienen uiterlijk drie weken voor de rapportvergadering te worden afgesloten.
          5. Als de vakken gd, en lo, alsmede de handelingsdelen van andere vakken niet met tenminste een voldoende zijn afgesloten, krijgt de leerling nog tot de rapportvergadering de gelegenheid hieraan te voldoen.
          6. Om te kunnen worden bevorderd, dienen de vakken gd, en lo alsmede handelingsdelen van andere vakken met tenminste een voldoende te zijn afgesloten
          7. De vakken maatschappijleer, ckv en het profielwerkstuk tellen mee voor het combinatiecijfer.
          • geen onvoldoendes = automatisch bevorderd
          • 1 x 5 = automatisch bevorderd
          • 1 x 4 en gemiddelde van eindcijfers tenminste 6,0 = automatisch bevorderd
          • 2 x 5 en gemiddelde van eindcijfers tenminste 6,0 = automatisch bevorderd
          • 1 x 5, 1 x 4 en gemiddelde van eindcijfers tenminste 6,0 = automatisch bevorderd
          • 1 x 4 en gemiddelde van eindcijfers lager dan 6,0 = bespreking
          • 2 x 5 en gemiddelde van eindcijfers lager dan 6,0 = bespreking
          • 1 x 5, 1 x 4 en gemiddelde van eindcijfers lager dan 6,0 = bespreking
          • 2 x 4 en gemiddelde van eindcijfers tenminste 6,0 = bespreking
          • 3 x 5 en gemiddelde van eindcijfers tenminste 6,0 = bespreking
          • 2 x 5, 1 x 4 en gemiddelde van eindcijfers tenminste 6,0 = bespreking
          • Alle andere situaties = niet bevorderd


          Verder gelden voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde de volgende aanvullende overgangsnormen:

          • 1 x 5 voor Netl/Entl/wis = automatisch bevorderd
          • 2 x 5 of 1 x 4 voor Netl/Entl/wis = bespreking
          • 3 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 of 2 x 5 en 1 x 4 of 2 x 4 voor Netl/Entl/wis = niet bevorderd

          Onderwijsresultaten en doorstroomgegevens

          Het is belangrijk om te weten wat er met de leerlingen binnen hun schoolloopbaan gebeurt. Dit kan aan de hand van de resultaten, instroom-, doorstroom- en uitstroomgegevens. Instroomgegevens geven aan hoeveel leerlingen in de brugklas en in de overige klassen in een bepaalde afdeling binnenkomen. Doorstroomgegevens laten zien hoeveel verschuivingen er intern in een jaar zijn en naar welke leerjaren van welke afdelingen de leerlingen doorstromen. Uitstroomgegevens tonen de hoeveelheid leerlingen die aan het einde van het schooljaar in een bepaald leerjaar zitten. Al deze gegevens zijn beschikbaar op www.scholenopdekaart.nl